‘Ik gun elk kind/jongere een veilige omgeving in op te groeien’
Mirjam Welbergen werkt als gezinstrainer in de klinische gezinspsychiatrie bij GGZ Drenthe. Zij begeleidt gezinnen met complexe, meervoudige problemen waarin er een uithuisplaatsing voor de kinderen dreigt óf waar al een uithuisplaatsing heeft plaatsgevonden en ouders een hereniging wensen. Daarnaast behandelen ze gezinnen met een hulpvraag om niet verder vast te lopen.
Waarom koos Mirjam voor dit vak? Ze wilde al jong iets betekenen voor mensen die problemen ervaren in het leven. Mirjam: ‘Iedereen heeft iets goeds in zich.’
De klinische gezinspsychiatrie is een specialistische tak binnen GGZ Drenthe, met een ambulant team en twee klinieken ‘De Stee’ en ‘De Bron’ waarin gezinnen (vrijwillig) worden opgenomen. Voor een groot deel van de gezinnen voelt het vaak als laatste redmiddel voor ouders om het gezin bij elkaar te houden, of wanneer er al een uithuisplaatsing geweest is, te herenigen met de kinderen. Dit betekent niet dat ouders altijd gemotiveerd zijn om deel te nemen.
Een gezin wordt vaak via de gemeente of een voogdijinstelling aangemeld bij de gezinspsychiatrie. Vervolgens volgt er een intakegesprek waarbij informatie over het gezin verzameld wordt. Kan de gezinspsychiatrie iets betekenen voor het gezin? Voordat een gezin ‘geschikt’ is voor een klinische opname, zijn er twee weken samenwerkingsopname waarin het gezin kan beoordelen of ze daar écht willen zijn en het aangeboden programma het gezin kan helpen. Ook het team onderzoekt of er samenwerking kan zijn tussen het gezin en het team.
De motivatie is dé basis om met elkaar verder te gaan. Het ambulant team is tussen de samenwerkingsopname en de klinische opname nog bezig met het afnemen van de ‘Signs of Safety’ (middels een netwerkbijeenkomsten de krachten/zorgen helder krijgen), beoordeling van de huisvestiging en als er sprake is van een wachtlijst blijven zij in gesprek met het gezin. Na die twee samenwerkingsweken volgt een evaluatie en wordt beoordeeld of het gezin klaar is om 16 weken een klinische opname in te gaan en een ouderschapsbeoordeling te krijgen. Er wordt ook gekeken naar de contra-indicaties zoals verslavingsproblematiek, mishandeling met acute onveiligheid, algemene zelfredzaamheid als het gaat om financiën en huisvesting, omdat de veiligheid van de kinderen voorop staat. Als het gezin onder behandeling is, dan moet er vanuit de ouders aandacht zijn voor de kinderen.
Mirjam: ‘Soms is dat frustrerend, omdat het niet altijd zo verloopt. Soms gebeurt het dat gezinnen afvallen of een time out krijgen, omdat er tijdens de behandeling toch sprake is van alcohol-/drugsgebruik. Of als blijkt dat er een te grote onveiligheid heerst, zoals agressie of een trauma dat in de weg staat. Dan hebben de ouders helemaal geen ruimte en aandacht voor de kinderen en de opvoeding.’
De ouderschapsbeoordeling is voor ouders heel spannend. De gezinstrainer kan een negatief advies geven aan de aanmelder. Dan is uit de behandeling gebleken dat het beter voor de ontwikkeling van het kind is om ergens anders op te groeien. De aanmelder geeft dit terug aan de kinderrechter, waardoor er vaak een uithuisplaatsing volgt. Of als het kind al uit huis is geplaatst, gaan de kinderen terug naar de plek waar ze voor opname woonden. Wanneer er een positieve ouderschapsbeoordeling gegeven wordt, gaat het gezin (herenigt) terug naar huis met een goed genoeg ouderschap. In de aanmeldfase wordt dan ook heel goed gekeken naar hoe het met het kind bij het pleeggezin gaat.
Is het wel in het belang van het kind om deze terug te plaatsen bij de ouders? Soms kan dit een reden zijn om het kind niet te laten herenigen met de ouders.
Het team werkt oplossingsgericht, vanuit een positief perspectief en is transparant naar ouders. Ze zijn vaak samen met de aanmelders en andere hulpverleners aanwezig bij de evaluatiemomenten. Ouders krijgen inzage in de rapportages en kunnen hier ook weer van leren. Mirjam: ‘We nemen de ouders echt mee. We gaan niet met elkaar als hulpverleners in gesprek over de ouders, maar bespreken alles zoveel mogelijk samen. Alleen tijdens het multidisciplinair overleg zijn zij niet aanwezig, maar zij krijgen de kern wel teruggekoppeld. Op deze manier weten zij waar ze aan toe zijn en heb je minder kans op weerstand. Ik zou willen dat elke hulpverlenersinstantie zo werkt.’
Als de kinderen naar school zijn, begint het team, samen met de ouders, aan het therapieonderdeel dagdoelen: wat was het succes van gisteren? Wat heb je zelf in je opvoeding gemist, dat je nu anders wilt doen? Ook worden andere ouders hierin betrokken, zodat er een groepsbehandeling wordt gecreëerd.
Mirjam: ‘We hebben een heel fijn team om dit met elkaar te doen. Er wordt veel van ons gevraagd en dan heb je het echt nodig om het met collega’s te kunnen delen.’
Mirjams tips voor jeugdprofessionals
- Blijf open en transparant.
- Maak alles wat in je hoofd zit, bespreekbaar en twijfel je ergens over?
- Overleg met je collega’s. Je hoeft de puzzel niet alleen op te lossen.
Heb je vragen voor de cliënt? - Ook al is het spannend, maak het bespreekbaar.
Wat vind je het allermooiste in je werk?
‘Het met elkaar samenwerken aan het terugkrijgen van de veiligheid in een gezin en vanuit de complexiteit te zoeken naar de uitzonderingen, zodat een gezin weer in hun kracht komt te staan’, zegt Mirjam.
Wat is je wens binnen jeugdhulp?
Mirjam: ‘Ik gun het ouders en kinderen om eerder bij ons of andere hulpverlening te komen, zonder dat verzekeraars ertussen zitten en er bijvoorbeeld nog labels geplakt moeten worden om een indicatie te kunnen krijgen.’